Tagarchief: waddenzee

Op een onbewoond eiland: Griend

Wat een bijzondere reis was dat: een paar dagen in mijn eentje op het eiland Griend, voor een reportage in Happinez, eind 2012. Griend ligt midden in de Waddenzee, tussen Harlingen en Terschelling, en wordt beheerd door Natuurmonumenten. Griend is een vogeleiland – behalve af en toe een vogelwachter mag er niemand komen. Heel bijzonder dus om daar een paar dagen alleen te mogen zijn! De reportage was te lezen in Happinez (september 2012) met werkelijk prachtige foto’s van Chantal Ariëns, die me aan het eind van mijn verblijf op kwam halen. Hier wat ‘achter de schermen’-plaatjes die ik maakte tijdens mijn verblijf op Griend, plus wat extra informatie die ik niet in de reportage kwijt kon. Want er valt over Griend zóveel te vertellen, ik zou er een boek over kunnen schrijven. Misschien ga ik het nog wel een keer doen ook. Maar eerst dit:

Otto Overdijk

Naar Griend ga je dus in een klein motorbootje, en het laatste stuk moet je lopen. ‘Oh jee, Otto,’ zei ik nog, ‘ik weet niet of een rolkoffer nou wel echt handig is als je naar een onbewoond eiland gaat…’ Maar Otto Overdijk, beheerder Waddengebied van Natuurmonumenten, gaf geen krimp, sprong in zijn waadpak vanuit het bootje de zee in en hees mijn koffer op zijn schouder. Held!

Met Peter op het strand

Hier sta ik naast schipper Peter met mijn hele hebben en houwen op het strand, vers aangekomen, wadend door het water (kijk maar, natte broek). Mee: een koffer, slaapzak, water en een doos boodschappen van de Spar op Terschelling.

Landschap op Griend

De vogelhut op Griend heeft elektriciteit, en warm water. Eigenlijk best luxe dus. De ‘piramide’ erachter is een baken, de rechtopstaande staken zijn het ‘bos’ – ze zijn daar neergezet voor verdwaalde zangvogeltjes die even op adem moeten komen in iets boom-achtigs, want verder is het eiland Griend totaal vlak (nou ja, er is één struik, maar dat is alles).

Kaart van Griend

Griend ligt tussen Harlingen en Terschelling. Op deze plattegrond zie je links de zandwal die opgespoten werd om te voorkomen dat het eiland langzaam in de golven verdwijnt. Intussen is van de wal alleen nog een klein eilandje over, de rest wordt overspoeld door de zee, alleen bij eb kun je er nog overheen lopen.

Kruiwagen

De eerste uren op Griend en mijn eerste impuls was: opruimen. Wat deden al die plastic flessen op het strand? Wat moest al die zooi daar op mijn ongerepte eiland? Op dag twee snapte ik al: dit is zinloos. Je verzamelt zakken vol afval, en hoe krijg je dat weer het eiland af? Later moest Otto er ook wel een beetje om lachen. ‘Wij laten alles liggen,’ zei hij. ‘In de winter is er maar één storm nodig en het hele eiland is weer schoon. Bovendien, een plastic mand bijvoorbeeld, als die half onder het zand bedolven raakt, is het een prachtige plek voor bergeenden om te nestelen.’ Maar goed, hier dus nog even een foto van mijn oogst na een uurtje jutten op het zuiderstrand.

Bloeiende lamsoor op Griend

Een van mijn favoriete plekken op Griend: het veld met lamsoor, vlak achter het vogelhuis. De lamsoor stond in bloei, zo mooi. Je kunt lamsoor trouwens ook eten, maar daar is het niet van gekomen. Wat eten betreft was ik compleet verkocht aan zeekraal, een groen plantje waarvan je de stengeltjes plukt en zo kunt opeten. Het is knapperig en smaakt een beetje zilt, heerlijk!

Knuffels bij de vogelhut op Griend

Knuffels kun je niet op het strand laten liggen. Knuffels neem je mee, en knuffels zet je bij elkaar in de ouwe autoband die een van de vogelwachters daar heeft opgehangen. De pinguin vond ik op het strand aan de westkant van Griend, ik geloof dat de aap wel blij was dat hij een kameraadje kreeg.

Werkplek in de vogelhut op Griend
Vanaf mijn werkplek aan alle kanten uitzicht over het eiland en de Waddenzee. Op tafel: de boeken van Jan Wolkers en Godfried Bomans over hun verblijf op Rottumerplaat.
Die wijnflessen? Dat is flessenpost. De stroming voert nogal wat flessen naar Griend, had Otto al verteld, maar toch weet je niet wat je overkomt als je voor de eerste keer zo’n fles op het strand vindt. Ik voelde me meteen Robinson Crusoë, al zou je dan natuurlijk eigenlijk zélf flessen in zee moeten werpen.
De flessen worden trouwens gepost vanaf de veerboot tussen Harlingen en Vlieland of Terschelling en worden dan door de stroming meegevoerd naar Griend. Ik heb even gewacht met openmaken om de spanning erin te houden. De brieven kwamen van kinderen, doen volwassenen niet meer aan flessenpost? Wel allemaal beantwoord natuurlijk. Want al hebben die flessen niet zo héél ver gereisd, ze zijn wel aangespoeld op een onbewoond eiland!

Zonsondergang achter de vogelhut op Griend

Nergens zulke mooie zonsondergangen als op het Wad. Het komt vooral doordat je zoveel lucht ziet. De wolkenluchten zijn overdag al adembenemend, en ‘s avonds helemaal. Hier het vogelhuis in de zonsondergang. Je hoort nog wat vogels, en dan wordt het stil.

Zeehondje op Griend...

Toen Jan Wolkers een week doorbracht op Rottumerplaat, had hij een zeehondje. Een levend zeehondje, een ‘huiler’ die zijn moeder kwijt was en bijgevoerd moest worden met koffiemelk. Zo’n zeehondje had ik ook wel gewild, maar die jonge zeehondjes zijn allang groot. Behalve die het niet hebben gered. Dit is er een. Waarschijnlijk al in februari overleden en inmiddels was alleen zijn jasje nog over. En tóch was het of hij zo weg kon zwemmen, dat kwam door de houding denk ik. De eerste keer schrok ik, maar al snel was het mijn zeehondje, een van de bakens op het strand rond Griend.

Pasta vongole op Griend

Ik ben geen goeie kok, in tegendeel (thuis mag ik zelfs niet in de búúrt komen van de keuken, want de boel brandt al aan als ik er maar naar kijk) dus misschien ben ik daarom wel zo vreselijk trots op deze maaltijd. Pasta vongole a la Griend! Met kokkeltjes die ik zelf opgroef uit het Wad (je moet dan bij laag water zoeken naar een slurfje zand en daaronder graven, je ziet hier de oogst van bijna een half uur kokkels zoeken…) en zelfgeplukte zeekraal uit wat ik voor het gemak maar even ‘de achtertuin’ noem. En ze geloven me hier niet, maar het was lékker!

Fotografe Chantal aan het werk
Het liefst was ik nog een week langer op Griend gebleven, maar dat kon helaas niet. Op dinsdag werd ik opgehaald, door Otto, Marlous (van Natuurmonumenten) en fotografe Chantal, die werkelijk een huzarenstukje klaarspeelde, want ze had maar een paar uur de tijd en moest daarin een complete reportage fotograferen. De hele ochtend was de hemel grauw geweest, maar zodra Chantal voet op Griend zette brak de zon door. Tussen het harde werken door (de perfecte voetstap in het zand, het ziet er eenvoudig uit, maar is het niet) hebben we ons trouwens ook ontzettend gelachen. Het was de eerste reportage die Chantal en ik samen hebben gemaakt, maar Griend is zo bijzonder, het schept meteen een band, ik hoop dat we nog vaker op pad mogen.

Laatste momenten op Griend

Terug naar huis

Kijk, dat bootje verderop, dat is het bootje dat je op komt halen, als je naar Griend gaat. En Otto is alweer in aantocht, hij heeft mijn koffer al meegenomen. Otto snapte dat ik er een beetje melancholiek van werd, van het afscheid van Griend. Want of je nu een dag op het eiland mocht blijven, of een week, of een maand: als het voorbij is wil je liefst nog langer blijven, en eenmaal weer op het vasteland, wil je het liefste nog een keertje terug.

De hele reportage was te lezen in Happinez 6, 2012. Kijk hier voor meer informatie en een filmpje.

En: op de website van Natuurmonumenten staat een filmpje over de gerande schijnspurrie, een bijzonder bloempje dat zichzelf slim beschermt tegen vloed. Met uitleg van Otto.